Naar Receptuur helpdesk

Vraag

Gepost op: 6 maart 2013

Zijn er geen onverenigbaarheden in volgende bereiding? Hydroxypropylmethylcellulose 6000 3g Glycerine 6g Diphenhydramine HCl 250mg Lidocaine HCl 2g Susp Mg trisilicaat et

calciumcarbonatis NF VI 100ml
suikersiroop 130g
aqua ad 300ml

fsa mondspoeling

Antwoord

De suspensie Mg trisilicaat en CaCO3 heeft als viscositeitsverhogende stof de cellulosedispersie (bevat ook een kleine hoeveelheid NaCMC) en de slijmoplossing met NaCMC. Een onverenigbaarheid met difenhydramine HCl en lidocaineHCl kan verwacht worden, alhoewel de aanwezigheid van Nacitraat de interactie in zekere mate zal verminderen door de omzetting van beide zouten in hun basevorm. Er zijn twee mogelijke oplossingen. De eerste bestaat in de verhoging van de hoeveelheid citraat. Hier is een beetje rekenwerk aan want de hoeveelheid vereist voor 2 g lidocaineHCl moet worden uitgerekend; 250 mg difenhydramineHCl kan worden verwaarloosd. De tweede oplossing bestaat in de bereiding van de suspensie uit NF VI zonder de twee vermelde verdikkingsmiddelen. Ik vermoed dat 3 g HPMC 6000 een voldoende viscositeit zal geven.

Commentaar

In de reacties +lading met -lading maakt lidocaïne blijkbaar een uitzondering (zie vraag over "combinatie van chloorhexidinedigluc. en Nystatine suspensie) maar dit geldt niet voor difenhydramineH+ . Indien er in de suspensie Mgtrisilicaat en calciumcarbonaat NF VI een negatief geladen polymeer voorkomt dan kan er klontering voorkomen. Het toegevoegde Nacitraat (750 mg/300 ml) kan dit beletten. Maar zowel difenhydramine als lidocaïne zullen met Nacitraat reageren en gezien de grote hoeveelheid lidocaïneHCl zal de 750 mg onvoldoende zijn.
Ik zou daarom voorstellen zowel de cellulosedispersie als de CMC-slijmoplossing achterwege te laten uit de samenstelling en de suspensie te bereiden met de voorgeschreven HPMC.