Bereidingen voor meervoudig gebruik moeten een bewaarmiddel (conserveermiddel) bevatten om bederf of besmetting te voorkomen. Bewaarmiddelen zijn effectief bij een bepaalde concentratie en vaak slechts actief bij een bepaald pH-bereik. Bereidingen die voldoende hoge concentraties aan glycerol (30% m/m), propyleenglycol (>15% m/m), ethanol (>15% m/m) of saccharose (>62% m/m) bevatten zijn zelfconserverend. Verder kan de toevoeging van aqua conservans gedestilleerd water vervangen voor de conservering te bevorderen.
Tabel 1. Bewaarmiddelen
Conserveermiddel |
Concentratie (% m/v) |
vereiste pH |
benzalkoniumchloride |
0.004% - 0.010% |
3-9 |
benzoëzuur |
0.10% - 0.26% |
2-5 |
benzethoniumchloride |
0.01% - 0.02% |
|
benzylalcohol |
0.90% - 1.50% |
<5 |
cetrimide |
0.10% |
7-9 |
cetylpyridinechloride |
0.01% - 0.02% |
|
chlorobutanol |
0.50% |
<5 |
chlorocresol |
0.075% - 0.200% |
<6 |
chloorhexidine digluconaat |
0.01% |
|
fenol |
0.25% - 1.50 % |
<9 |
fenoxyethanol |
0.50% - 1.00% |
<7 |
fenylmercuri-acetaat |
0.002% - 0.004% |
>7 |
fenylmercuriboraat |
0.002% - 0.004% |
>7 |
nipagine (methylparahydroxybenzoaat) |
0.10% - 0.20% |
4-8 |
nipasol (propylparahydroxybenzoaat) |
0.03% |
4-8 |
sorbinezuur |
0.10% - 0.25% |
<4 |
β-fenylethylalcohol |
0.30% - 0.50% |
<5 |